VBO hekelt zwerfvuilbelasting van 102 miljoen euro
Vorige maand keurden de regionale overheden een jaarlijkse heffing van 102 miljoen euro voor producenten en handelaars die bepaalde verpakkingen op de markt brengen goed. “Hoewel bedoeld om zwerfvuil te bestrijden, legt die belasting een onevenredig zware last op producenten, terwijl de rol van overheid en consument onderbelicht blijft”, zegt het VBO.

“Een doeltreffend beleid tegen zwerfvuil steunt op het principe van gedeelde verantwoordelijkheid tussen overheid, producenten én consumenten. Volgens de Europese Single Use Plastics-richtlijn (SUP) dragen producenten alleen bij aan de noodzakelijke kosten voor inzameling en opruiming, terwijl handhaving en controle een taak van de overheid zijn. Daarnaast hebben consumenten een fundamentele verantwoordelijkheid om geen afval op straat te gooien”, duidt het VBO.
Concurrentiepositie
“In het huidige Belgische voorstel wordt die taakverdeling scheefgetrokken”, stelt Vanessa Biebel van het VBO. “Producenten worden niet alleen belast met alle kosten, inclusief handhaving, maar ook verantwoordelijk gehouden voor het beheer van de openbare netheid, zonder dat daar een controlemechanisme tegenover staat. Dat leidt tot een directe taks met een grote financiële impact op producenten, terwijl de effectieve verbetering op het terrein op het vlak van efficiëntie en effectiviteit onduidelijk blijft.”
“Daarnaast ligt de factuur – met 102 miljoen euro per jaar – tot vier keer hoger dan wat producenten in buurlanden betalen. Dat verhoogt de kosten voor Belgische bedrijven aanzienlijk, waardoor hun concurrentiepositie verzwakt en consumenten hun aankopen vaker over de grens doen. Die situatie verstoort de Europese interne markt en werkt de doelstellingen rond eerlijke concurrentie en duurzaamheid tegen”, stelt de werkgeversfederatie.
Geen uniforme aanpak
Een bijkomend probleem volgens het VBO is de manier waarop het bedrag wordt berekend. “De drie gewesten gebruiken verschillende methodes, wat leidt tot grote ongelijkheden en een gebrek aan transparantie en rentabiliteit. Zonder een uniforme aanpak en heldere criteria ontbreekt het aan geloofwaardigheid en evenredigheid, waardoor producenten terecht de rechtvaardigheid van de heffing betwisten”, duidt de organisatie.
“Het is dan ook hoog tijd om het systeem grondig te hervormen. Een heldere Europese benchmark en regelmatige bijsturing van de bedragen zijn onmisbaar. Alleen zo kunnen we zorgen voor een rechtvaardig, transparant en efficiënt instrument dat zwerfvuil effectief aanpakt en tegelijk de economische vitaliteit van onze ondernemingen beschermt”, aldus het VBO.
“Als kers op de taart besloten de drie gewesten om de belasting te heffen op producten die in 2025 op de markt zijn gebracht, producten die bijna allemaal verkocht werden zonder dat de producenten en handelaars rekening konden houden met de impact van de belasting. Voor de ondernemingen is die feitelijke terugwerkende kracht onaanvaardbaar en zal die de nu al zeer moeilijke economische situatie in de betrokken sectoren alleen maar verslechteren”, besluit het VBO.