Digitale printtechnologie als blikvanger, flexo blijft de ruggengraat
Op de beursvloer van Labelexpo 2025, deel 2
Ondanks de doorgevoerde veranderingen en geschetste vergezichten week Labelexpo Europe 2025 maar in weinig af van de editie van twee jaar geleden: een vertrouwd podium waar de labelindustrie toont waar ze vandaag technologisch toe in staat is en hoe ze daarmee inspeelt op de gekende trends in de markt.
Flexo én digitaal
Digitale persen trokken in Barcelona opnieuw veel belangstelling naar zich toe. Dat ontlokte aan Jörgen Rietveld (algemeen directeur Hubergroup Benelux) in de Radio Grafisch podcast de opmerking dat, net als op Drupa, “digitaal drukken 90 procent van de aandacht lijkt te trekken terwijl het, als je naar het inktvolume kijkt, misschien om 10 procent van de markt gaat.”
Inktleverancier Hubergroup presenteerde zich, als relatief nieuwe speler in de labelmarkt, in Barcelona met zijn UV flexo-inkt als ‘new kid on the block’, vertelde Sven Gillaert (accountmanager Liquid Inks Benelux). Ook hij ziet flexo nog niet snel door digitale printtechnologie vervangen worden: “Ik verwacht geen wisseling van de wacht. Als ik naar de flexomarkt in de Benelux kijk, dan zie ik dat er wel interesse is voor digitaal. Maar dat zal geen ‘of-of’-verhaal worden, eerder ‘en-en’.”
Rietveld: “Het blijft toch ook gewoon een kwestie van kostprijsberekening. Als de oplages hoger worden, dan zullen die altijd naar conventionele drukprocessen gaan.”
Barrières overwinnen
Conventionele drukprocessen blijven ook voor bijvoorbeeld persenbouwer Heidelberg van groot belang. Inmiddels komt 50 procent van de omzet van Heidelberg uit de label- en verpakkingsmarkt, vertelde David Schmedding (de CTO van Heidelberg) in Barcelona. Die omzet komt voor een aanzienlijk deel van de eigen Speedmaster-vellenoffsetpersen, maar ook de nieuwe Jetfire-velleninkjetmachines (een partnerschap met Canon) moeten daaraan gaan bijdragen. En uiteraard beschikt Heidelberg met dochteronderneming Gallus over een sterke positie in de labelwereld.
Gallus-CEO Dario Urbinati stelde: “Digitaal is gepresenteerd als een revolutie in onze industrie, maar de realiteit bleek anders. Veel early adopters en gebruikers van digitale printtechnologie zijn teleurgesteld geraakt over de mogelijkheden en kosten, terwijl anderen niet de juiste digitale oplossing konden vinden.” Om die barrières en frustratie te overwinnen, ging Gallus aan het werk om digitale technologie wél toegankelijk, schaalbaar en winstgevend te maken, aldus Urbinati.
Twee jaar geleden resulteerde dat, tijdens Labelexpo in Brussel, in de lancering van de Gallus One: een inkjetlabelpers met de belofte van een lage total cost of ownership (TCO). In Barcelona volgde nu een verdere uitbreiding van deze familie met de Gallus 5 en de Gallus Alpha. De Gallus 5 is een volledig modulaire hybride inkjetpers, voorzien van nieuwe Heidelberg Saphira-5 UV-inkten, voor industriële printtoepassingen in hoge kwaliteit en hoge volumes bij een snelheid van 100 meter per minuut. De Gallus Alpha is juist bedoeld voor het andere eind van de markt, waar behoefte is aan een relatief eenvoudig instapmodel: een vierkleuren-inkjetpers (optioneel met nog twee extra kleuren uit te breiden), voorzien van Epson-printkoppen en -inkten, maar zonder verdere hybride uitbreidingsmogelijkheden met bijvoorbeeld flexo-units.
De Gallus One stond niet op de eigen stand, maar schitterde wat verderop wel bij Actega. Daar werd de machine gedemonstreerd in combinatie met de Ecoleaf-technologie van Actega, die ‘metallisatie-on-demand’ mogelijk maakt (lees voor meer achtergrond over Ecoleaf het artikel elders in dit magazine).
Labels en verpakkingen
Terwijl sommige leveranciers en machines pas hun debuut maakten, vierde HP in Barcelona het feit dat het inmiddels zijn 3.000e machine in het marktsegment van labels en verpakkingen verkocht. Op de stand stonden twee voorbeelden van die machines: de in 2023 geïntroduceerde HP Indigo V12 (“Inmiddels hebben al vier klanten twee exemplaren van deze machine geïnstalleerd”) en de nieuwe HP Indigo 6K+. Deze verbeterde versie van de bekende 6K-machine werd vooral ‘onder de kap’ onder handen genomen en van nieuwe automatisatie voorzien om met name de productiviteit verder te verbeteren.
De HP Indigo 200K-pers, bestemd voor flexibele verpakkingen, ontbrak weliswaar op de stand maar is ook een succes: daarvan staan er wereldwijd al meer dan 400. Volgens Onno Schiltkamp (verantwoordelijk voor HP Indigo & Pagewide Inkjet in Nederland en België) is dat niet alleen dankzij flexibele verpakkingen: sinds deze pers met een baanbreedte van 762 mm met een slitter kan worden uitgerust, zijn er ook innovatieve etikettendrukkerijen die de machine inzetten voor labelproducties. Daarbij wordt op breed substraat gedrukt, dat vervolgens inline wordt gesneden naar twee smalle rollen naast elkaar op de rewinder. Die rollen kunnen dan gewoon op de bestaande apparatuur worden afgewerkt.
Tonertechnologie
Konica Minolta besloot in 2015 de labelmarkt in te gaan en vierde in Barcelona dus de tiende verjaardag van wat nu de de Accuriolabel heet maar destijds in Brussel debuteerde als de Bizhub Press C71F. Opmerkelijk genoeg zet Konica Minolta daarbij nadrukkelijk in op tonertechnologie (terwijl het wel degelijk ook over industriële inkjet beschikt en dat toepast in commercieel drukwerk en voor drukwerkveredeling). Met de keuze voor toner onderscheidt het zich van veel andere spelers die voor inkjet kiezen. Toner heeft zo zijn specifieke voordelen, legde Jeroen Bos (accountmanager Industrial Print bij Konica Minolta Nederland) uit. Zo is deze toner bijvoorbeeld gecertificeerd voor het gebruik op voedselverpakkingen, terwijl dat bij UV-inkjet nog wel eens een probleem is. En toner is direct droog en krasvast, terwijl andere technieken vaak nog moeten worden afgelakt.
De C71F vormde het begin van een continue doorontwikkeling: in 2017 volgde de Accuriolabel 190, in 2019 de 230, en in 2023 de 400 – en ook dit jaar wordt die lijn voortgezet. Met inmiddels 1.700 installaties sinds 2016, werd in Barcelona nu een prototype getoond van de machine die volgend jaar als de Accuriolabel 231 op de markt moet komen.
Ook Xeikon blijft vertrouwen op zijn tonertechnologie, maar toont zich inmiddels ‘technologie-agnostisch’ met ook inkjetmachines in het portfolio (en het is onderdeel van Flint Group dat zich met flexo-inkten en coatings eveneens op de label- en verpakkingsmarkt richt). Frank Jacobs (Xeikon) stelde zelfs dat de Titon-toner op de TX300-machine de beste eigenschappen van toner en inkjet combineert: het eindresultaat is reukloos en voedselveilig, maar ook krasvast zonder nood aan vernis. Daarnaast maakt de Titon-toner inline-metallisatie in één productiedoorgang mogelijk: de samenwerking met Kurz op dit gebied werd in Barcelona gedemonstreerd. Op de stand kwamen ook de LX3000-machine met EcoToner en de PX3300HD-inkjetpers met inline-nabewerking in actie.
De uitzonderingen daargelaten: inkjet voerde in Barcelona duidelijk de boventoon als het om digitale labelproducties gaat. Bij Durst werd bijvoorbeeld het nieuwe TAU G3-platform gelanceerd. De fabrikant markeerde daarmee 16 jaar ervaring in inkjet, die in 2009 van start ging met de TAU 150 en zich sindsdien voortdurend ontwikkelde. Het nieuwe G3-platform kent twee modellen: de Core-versie (61 meter per minuut, breedte 244 of 340 mm) en de Peak-versie (80 of 100 meter per minuut, en 340, 420 of 510 mm breed).
Watergebaseerde inkjet
Bij Screen stond de Truepress Label 350UV SAI S elke beursdag acht uur lang in productie, om de betrouwbaarheid en de productiviteit van deze inkjetlabelpers te demonstreren, terwijl met de Truepress PAC 520P papieren verpakkingen (flowpacks) werden vervaardigd. Bovendien toonde Screen een nieuwe ontwikkeling: met de Truepress Label 520AQ – nu nog een conceptmachine – moet het mogelijk worden om watergebaseerde inkten ook in te zetten voor de productie van etiketten (op papier én kunststof). In samenwerking met UPM worden speciale zelfklevende materialen ontwikkeld die geschikt zijn voor deze inkten; inmiddels zijn al folies van polypropyleen (PP en BOPP) beschikbaar en een ‘Jet Matte’-papier.
Net als Screen zet ook Canon in op watergebaseerde inktjet voor labelproducties. Vorig jaar tijdens Drupa maakte Canon ambitieuze plannen bekend met de aankondiging van de volledig in eigen huis ontwikkelde LabelStream LS2000. De machine werd in Düsseldorf alvast getoond, met de belofte van een marktlancering in 2025. Uiteraard zou Labelexpo daartoe het perfecte moment zijn geweest – maar in Barcelona schitterde de machine door afwezigheid, en moest het publiek het met printvoorbeelden doen. De ontwikkeling van de machine heeft vertraging opgelopen maar zou zich inmiddels in de laatste fase bevinden. Er zijn op dit moment ook nog geen bèta-installaties. De lancering is voorlopig uitgesteld naar “volgend jaar”.
Groeimarkt: multilayer-labels
Ook bij Bobst ontbrak het in Barcelona aan machines, maar dat is een bewuste keuze: sinds Drupa 2024 legt de Zwitserse persenbouwer op beurzen liever de nadruk op de toepassingen. Eén zo’n toepassing is bijvoorbeeld het multilayer-etiket (of booklet-label). Dergelijke etiketten staan in de industrie momenteel extra in de belangstelling vanwege veranderende Europese regelgeving: de voorschriften over onder andere de grootte van het lettertype nopen tot dit soort creatieve labeloplossingen. Bobst speelt daar op in met de lancering van de Flexjet: een inkjetpers die speciaal geschikt is voor de volledige inline-productie van multilayer-labels, waarbij zowel op de lijmzijde als op de liner (drager) van het zelfklevende materiaal kan worden geprint. Bobst is ervan overtuigd dat in deze groeimarkt ook een toenemende behoefte zal ontstaan aan kleinere oplages.
Software steeds belangrijker
Ook het Belgische Dataline ziet kansen in de sector van labels en flexibele verpakkingen: op Labelexpo presenteerde het zich onder de vlag ‘DigiFlex’. Hiermee beschikt Dataline nu over een cloudgebaseerd platform, naast het eigen MultiPress-platform, dat zich specifiek op deze markten richt. DigiFlex biedt zowel een MIS met krachtige calculatiemodule als business intelligence-mogelijkheden.
De door Bobst gesignaleerde groeiende aandacht voor multilayer-etiketten is ook Hybrid Software niet ontgaan. De ontwikkelaar van software voor de label- en verpakkingsindustrie heeft hier speciale modules voor, legde Bert Van der Perre uit: “Dat is een zeer complex productieproces, dat hoge eisen stelt aan step-and-repeat-automatisatie.” Op de stand demonstreerde Hybrid Software de mogelijkheden van zowel zijn cloudgebaseerde Cloudflow workflowsoftware als de desktopgebaseerde Packz-software.
“Niet alleen de belangstelling voor software neemt toe in de labelindustrie, maar juist ook het belang”, aldus Van der Perre. “Het gaat steeds meer over automatisatie. De machines zijn maar zo krachtig als de aanvoer van data toelaat. Die aanvoer efficiënter maken, daar draait het om in de markt. En daarom is software belangrijk. Dat besef zie je nu bijvoorbeeld ook bij machinefabrikanten terug.”
Om dat belang van software en automatisatie nog maar eens te onderstrepen maakte Hybrid Software in Barcelona de overname bekend van het Belgische software- en consultancybedrijf Conics. Met deze zesde overname in zes jaar tijd versterkt Hybrid Software zich vooral op het vlak van artificial intelligence. Conics ontwikkelde namelijk ‘jAImes’, een AI-agent die het verzamelen en verwerken van orderinformatie in hoge mate automatiseert. Een trend die zich ongetwijfeld tijdens ‘Loupe 2027’ nog nadrukkelijker zal manifesteren.









