Slim bouwen is vooral meerwaarde creëren
Relatie tussen installateur en consument verandert door digitalisering
Niemand ontsnapt er nog aan: de digitalisering dringt door in alle facetten van onze maatschappij. Ook u als installateur kan uiteraard niet achterblijven. Maar het is soms moeilijk om door het bos de bomen te zien. Wat betekenen termen als ‘smart building’? En welke digitale tools zijn relevant voor een installateur? Een stand van zaken.
Snelle ontwikkeling
De ontwikkeling van digitale toepassingen in de bouwwereld gaat razendsnel. Ook in de installatiesector worden ze meer en meer gemeengoed. Het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) merkt dat ‘smartoplossingen’ steeds meer opkomen in de sector en krijgt er dan ook veel vragen over. Daarover later meer.
Het is belangrijk om eerst en vooral klaarheid te scheppen in de verschillende termen die vandaag gebruikt worden. Zo kan het alomtegenwoordige ‘smart building’ op verschillende manieren opgevat worden. Je kan het in eerste instantie bekijken als een slim gebouwconcept: is het gebouw logisch ingericht en is het toegankelijk voor iedereen? Daarnaast kan je het concept ook vanuit technologische hoek bekijken.
De centrale vraag daarbij is: hoe kan het gebouw meer worden dan een schil en zo meerwaarde bieden aan de gebruiker, de gebouwbeheerder, de technicus …? Die meerwaarde kan zowel op energetisch vlak als op het vlak van comfort zijn – dat laatste aspect zal voor de gebruiker altijd voorrang krijgen. Maar ook qua onderhoud, veiligheid en ‘user experience’ kan er voor meerwaarde worden gezorgd.
Building smart
Maar draai de term ‘smart building’ om en je krijgt nog een derde betekenis, namelijk: het bouwproces zélf zo efficiënt – en dus slim – mogelijk laten verlopen. De ontwikkelingen manifesteren zich daarbij vooral in en rond het BIM-verhaal (Building Information Model), waarbij eerst zoveel mogelijk virtueel gebouwd wordt vooraleer de eerste steen gelegd is of de eerste leiding aangesloten is. Toepassingen als virtualreality- of augmentedreality-brillen kunnen veel betekenen voor het bouwproces. Wie met zo’n bril rondloopt op de werf kan meteen inlichtingen vragen aan een collega op kantoor die meer afweet van een specifiek probleem en live kan meevolgen.
Het begrip Internet of Things gaat nog verder dan smart building en omvat alle apparaten die met het internet verbonden kunnen worden en zo met elkaar kunnen communiceren.
Artificiële intelligentie
En dan is er nog artificiële intelligentie. Simpel gesteld betekent die term dat de software op basis van de gegevens in het systeem automatisch ‘slimme’ conclusies kan trekken. We staan nog maar aan de beginjaren van die technologie in de praktijk, maar in de toekomst zullen er zeer nuttige toepassingen van opkomen. Denk maar aan doorgedreven voorspellend onderhoud, of de automatische inregeling van HVAC-systemen.

Wat zijn de mogelijkheden?
Laten we beginnen met de technologische benadering van smart building, toegepast op een HVAC-installatie. Met digitale toepassingen kan de installateur zijn installaties vanop afstand in de gaten houden.
Er bestaan sensoren om de temperatuur op te meten, de relatieve vochtigheid in de gaten te houden, het CO₂-gehalte op te meten, de sluiting van kleppen te controleren ... Door die te connecteren – vanop afstand bereikbaar maken – kan hij perfect vanop afstand opvolgen of alles correct werkt, wanneer waar onderhoud nodig is, en kan hij bepaalde zaken zelfs vanop afstand oplossen.
Relatie klant-installateur verandert
Die werkwijze verandert voor een stuk de relatie met de klant: de installateur hoeft niet te wachten tot de klant een probleem meldt – en er misschien al onherroepelijke schade aan de installatie is. Nee: de installateur kan zelf aangeven dat er onderhoud nodig is. Wanneer de toestand van de installatie digitaal wordt bijgehouden, zorgen die data bovendien voor bewijs dat het onderhoud wel degelijk nodig is.
Dat kan helpen om op lange termijn een betere vertrouwensrelatie te creëren met de klant, iets wat door de energietransitie en een veranderend verdienmodel (zie verder) almaar belangrijker zal worden.
Voorspellend onderhoud
Door de verzamelde data van de installaties te analyseren kan de installateur bovendien beter voorspellen wanneer het onderhoud nodig zal zijn. Belangrijk daarbij is dat er een relevante selectie wordt gemaakt van de data. Het heeft in de meeste gevallen geen zin om allerlei data te verzamelen als er niets nuttigs mee wordt gedaan.
Bovendien moet de privacy van de klant altijd in het achterhoofd worden gehouden. De digitalisering zorgt immers voor een aantal nieuwe ‘ethische vraagstukken’ (zie kader).
Nog veel vragen
Er zijn nog heel wat obstakels te overwinnen. Een veel gehoorde opmerking is bijvoorbeeld deze: wie is aansprakelijk voor problemen met de digitale toepassingen? Moet de moderne installateur ook een stuk IT’er worden die aan de software kan sleutelen? Of ligt de volledige verantwoordelijkheid bij de fabrikant? Voor de fabrikant ligt in die problematiek wel een opportuniteit om op zijn beurt zijn klant, de installateur, te ontzorgen.
Maar er zijn nog andere vraagstukken. Wat met de privacy van de klant? Kan en mag je zomaar allerlei data capteren? Wat met het onderhoud van die sensoren zelf? Is de levensduur van de technologie afgestemd op de levensduur van het gebouw?
Wat wel al zeker is: digitalisering en slim bouwen gaat vooral over meerwaarde voor de gebruiker. Wie daar volop op inzet, is klaar voor de toekomst.
De job zelf eenvoudiger maken
Het hoeft niet altijd zo ver te gaan als geconnecteerde sensoren en artificiële intelligentie. Er bestaan al heel wat digitale toepassingen die de job van de installateur op zich al veel makkelijker kunnen maken. Veel daarvan worden door een grote groep installateurs dan ook al frequent gebruikt: denk maar aan laserafstandsmeters die gekoppeld kunnen worden aan een mobiele app.
Op die manier kan je snel een bescheiden digitaal plan van het project maken, volumes en oppervlaktes inschatten ... Een stap verder zijn dan bijvoorbeeld drones om daken en goten voor hemelwaterafvoer te inspecteren.
Bewust nadenken
Het belangrijkste is dat installateurs bewust nadenken over wat de impact van digitalisering kan zijn op hun job”, zegt Ruben Delvaeye van het WTCB. “Het spreekt voor zich dat niet elke installateur de meest hoogtechnologische snufjes moet gebruiken of installeren. Het is wel belangrijk dat ze zich goed informeren en kleine stappen zetten waar het kan. Dat hoeven ze bovendien niet alleen te doen: duurzame partnerschappen met bedrijven die daar specifiek voor bedoeld zijn, kunnen heel nuttig zijn. Maar wie niet mee is met de huidige digitaliseringsgolf, zal op lange termijn de concurrentiestrijd verliezen, daar bestaat geen twijfel over.”
Meer weten?
De Cluster Smart Buildings In Use van het WTCB brengt aannemers, gebouwbeheerders, fabrikanten en integratoren van nieuwe technologieën samen. Zo worden bedrijven geholpen bij de implementatie van die innovaties in hun dagelijkse werking.
Bouwprofessionelen die actief zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die inzetten op nieuwe en innovatieve bouwtechnieken kunnen dan weer terecht bij C-Tech, een professionele technologische dienstverlening die WTCB met de steun van Innoviris kan aanbieden.
Wat is nu relevant?
De meeste vragen die het WTCB krijgt, zijn daarom vragen om het kaf van het koren te scheiden: welke digitale tools zijn nu precies nuttig zijn en welke zijn eerder ‘gadgets’? Veel hangt daarbij uiteraard af van de situatie.
Maar het staat vast dat technologieën om aan voorspellend onderhoud te doen almaar belangrijker zullen worden, net als technologieën om energie en water te besparen.
Slimme sanitaire oplossingen
Door de klimaatverandering wordt besparen op water steeds belangrijker. We zagen de voorbije zomers al problemen door de droogte, en het belooft er niet meteen beter op te worden.
Slimme toepassingen kunnen dus een handje helpen om het waterverbruik omlaag te krijgen. Ook hier blijkt weer dat de technologie op zich niet het doel is van ‘smart building’, maar wel het resultaat, namelijk besparen.
Verbruik monitoren
Een voorbeeld is het monitoren van het waterverbruik. Het is wetenschappelijk aangetoond dat als mensen zich bewust worden van hun verbruik, bijvoorbeeld via een mobiele applicatie, ze ook automatisch minder verbruiken. Wordt de energiefactuur van bijvoorbeeld een appartementsgebouw opeens per appartement opgesteld, op basis van het werkelijke verbruik van dat appartement, in plaats van de totale factuur van het hele gebouw te verdelen over het aantal appartementen, dan daalt het verbruik per appartement gemiddeld met zo’n 30 procent. Voor het waterverbruik zal dat effect ongetwijfeld vergelijkbaar zijn.
Met mobiele apps kan bovendien zowel de gebruiker als de installateur aan lekdetectie doen door het verbruik in de gaten te houden. Op grotere schaal bestaan er dan weer lekdetectiesystemen die de leiding automatisch afsluiten wanneer er verlies wordt gedetecteerd.
Intelligente urinoirs
Daarnaast bestaan er ook slimme sanitaire oplossingen om water te besparen. Zo zijn er intelligente urinoirs die voortdurend het zoutgehalte in het water meten en pas doorspoelen wanneer het echt nodig is.
Aan die technologie kan predictief onderhoud worden gekoppeld: als de gebouwbeheerder ziet dat een toilet niet meer goed doorspoelt, kan hij een installateur langs sturen.
Een andere manier om het onderhoud te voorspellen is via de verlichting in de toiletten. Wanneer het licht in een bepaald toilet bijvoorbeeld veel meer ingeschakeld wordt dan in andere toiletten, dan zal daar wellicht ook sneller onderhoud nodig zijn.
Legionella
Een zeer specifiek probleem waar digitale toepassingen veel voor kunnen betekenen, is legionella. Zo kunnen ingebouwde spoelsystemen automatisch het koude water in een leiding verversen wanneer de temperatuur boven de 25 °C komt. Het ziet er niet naar uit dat de temperatuur in ons land zal dalen, dus wie mee is met slimme technologieën om legionella te bestrijden, heeft een streepje voor.
Bovendien wordt ook in onze buurlanden de wetgeving steeds strenger, wat ervoor kan zorgen dat Belgische installateurs concurrentie krijgen van bedrijven die tegen de grens zitten.
Nieuwbouw versus renovatie
Het is belangrijk om als installateur in het achterhoofd te houden dat er ook voor de toepassing van digitale tools een verschil is tussen nieuwbouw en renovatie. Een fabrikant van een slimme wateroplossing verkoopt daar geen afvoerinstallatie bij. Als de ‘domme’ installatie niet aangepast wordt aan de slimme installatie, kan dat voor problemen zorgen. Het is dus zaak van steeds het totaalplaatje voor ogen te houden.
Bij nieuwbouw is dat vanzelfsprekend een stuk makkelijker dan bij een renovatie. Draadloze oplossingen kunnen zeker een deel van het probleem oplossen, omdat ze gemakkelijker geïmplementeerd kunnen worden: er moeten immers geen sleuven worden geslepen of draden worden getrokken.
Verdienmodel Van de toekomst?
Al die nieuwe technologieën laten nog iets anders zien, namelijk dat het verdienmodel stilaan aan het veranderen is. Waar vroeger vooral het product zelf werd verkocht, ligt de focus nu meer en meer op de bijbehorende service.
Heel kort door de bocht betaalt de klant op die manier eigenlijk niet voor zijn installatie, maar wel voor de gegarandeerde goede werking ervan. Zo’n verdienmodel kan op termijn de relatie tussen de installateur en de klant dan ook grondig veranderen.
Slimme toepassingen laten de installateur toe om een dienstverlener te worden, door bijvoorbeeld opvolging vanop afstand.
Met dank aan: WTCB, Atag, Buderus, Remeha en Wilo